unificerende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uni·fi·ce·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | unificeren |
unificerende
- verbogen vorm van unificerend, het onvoltooid deelwoord van unificeren
Gangbaarheid
- Het woord 'unificerende' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.