uitschijne
- Geluid: uitschijne (hulp, bestand)
- IPA: / ˈœytsxɛinə / (3 lettergrepen)
- uit·schij·ne
- uitschijn met de uitgang -e
vervoeging van |
---|
uitschijnen |
uitschijne
- (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van uitschijnen
- ... dat men uitschijne.
- Zoete Lieve Vrouwe, kom mij te hulp! Dat zijn onschuld helder uitschijne! [1]
- Het woord uitschijne staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.