uitgemergelde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uit·ge·mer·gel·de
Werkwoord
vervoeging van: | uitmergelen… |
uitgemergelde
- verbogen vorm van uitgemergeld, voltooid deelwoord van uitmergelen
Bijvoeglijk naamwoord
uitgemergelde
- verbogen vorm van de stellende trap van uitgemergeld