uitgeborsteld
- uit·ge·bor·steld
- vervoeging van uitborstelen: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van uit bw en geborsteld ww
vervoeging van: | uitborstelen… |
verbogen vorm: | uitgeborstelde |
uitgeborsteld
- voltooid deelwoord van uitborstelen