• u·ce·lo
  • Ontleend aan het Italiaanse uccello (vogel).
  enkelvoud meervoud
nominatief   ucelo     uceli  
accusatief   ucelon     ucelin  

ucelo m

  1. (dierkunde) vogel
    «Ucelo esas animalo qua developas en harda-surfaca ovo.»
    Een vogel is een dier dat zich in een hardschalig ei ontwikkelt.