• twee·ka·mer·flat
enkelvoud meervoud
naamwoord tweekamerflat tweekamerflats
verkleinwoord tweekamerflatje tweekamerflatjes

de tweekamerflatm

  1. woning op één verdieping met twee vertrekken
     de radiatoren in haar tweekamerflat deden het sinds november al nauwelijks meer[2]
     Nastia, haar vriend Jaroslav en hamster Adam hadden medio januari een tweekamerflat in een van de buitenwijken van Moskou betrokken. De overeengekomen huur bedroeg zo'n 600 euro per maand.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  3.   Weblink bron “Huisbazin gijzelt hamster in Moskou” (26-05-2013), NOS