tromslagertje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tromslagertje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtrɔmslaxərcə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- trom·sla·ger·tje
Woordherkomst en -opbouw
- tromslager met het achtervoegsel -tje
Zelfstandig naamwoord
het tromslagertje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tromslager
Gangbaarheid
- Het woord 'tromslagertje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.