trommelt bijeen
- trom·melt bij·een
uit trommelt (werkwoord) en bijeen, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
bijeentrommelen |
trommelt (...) bijeen
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijeentrommelen
- Jij trommelt bijeen.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijeentrommelen
- Hij trommelt bijeen.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijeentrommelen
- Trommelt bijeen!
- Het woord trommelt bijeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.