trokken omhoog
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- trok·ken om·hoog
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omhoogtrekken |
trokken (...) omhoog
- meervoud verleden tijd van omhoogtrekken
- Wij trokken omhoog.
- Jullie trokken omhoog.
- Zij trokken omhoog.
- Wij trokken omhoog.