treven
Niet te verwarren met: trefen |
- tre·ven
- treef met uitgang -en, waarbij de slotmedeklinker weer stemhebbend wordt
de treven mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord treef (onderzetter; balk)
- ▸ Bij het goede leven op het platteland hoort een andere stijl, de Engelse 'cottage-style', traditioneel, gezellig en nostalgisch. Bij die stijl passen natuurlijk antieke meubels, Schotse plaids en Liberty-gordijnen, maar ook gekrulde, gietijzeren kandelabers, emaille mokken en kannen, keukenpompen, vogelkooitjes, klompenrekken, takkenbezems, verroeste zeven en treven, rieten mattenkloppers, manden, manden en nog eens manden, en, als de twee absolute toppers: het ouderwetse, houten, drietredige keukentrapje, blauw-grijs, donkerrood of grachtengroen geverfd (…) en het droogrek uit moeders of grootmoeders tijd.[1]
- Het woord 'treven' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Lien Heyting“De verrukkingen van country-living op de Home & Garden Fair in Velsen; Composities van verdroogde citroenen” (17 mei 1994) op nrc.nl