trefen

Niet te verwarren met: treven

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  trefen    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈtrefə(n) / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• tre·fen

Woordherkomst en -opbouw

• treef met uitgang -en

Zelfstandig naamwoord

de trefen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord treef (voedsel dat taboe is)

   ▸ Speciale trefen van lepra zijn rundvlees, varkensvlees, schildpad, ongeschubde vis (gratfisi), gordeldier (kapasi) en ‘bosvlees’ (‘wild’).

Gangbaarheid

• Het woord 'trefen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.