Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trap·ten door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doortrappen

trapten (…) door

  1. meervoud verleden tijd van doortrappen
    • Wij trapten door. 
    • Jullie trapten door. 
    • Zij trapten door. 

Gangbaarheid