trad in
- trad in
vervoeging van |
---|
intreden |
trad in
- enkelvoud verleden tijd van intreden
- Ik trad in.
- Jij trad in.
- Hij, zij, het trad in.
- Ik trad in.
- Het woord trad in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
intreden |
trad in