Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trad in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
intreden

trad in

  1. enkelvoud verleden tijd van intreden
    • Ik trad in. 
    • Jij trad in. 
    • Hij, zij, het trad in. 


Gangbaarheid