torenden uit
- to·ren·den uit
vervoeging van |
---|
uittorenen |
torenden (...) uit
- meervoud verleden tijd van uittorenen
- Wij torenden uit.
- Jullie torenden uit.
- Zij torenden uit.
- Wij torenden uit.
- Het woord torenden uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.