Deze twee tonnen zijn gemaakt uit hout van Franse eiken.
  • ton·nen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tonnen
tonde
getond
zwak -d volledig

tonnen

  1. (verouderd) in een ton opbergen (van vis of vlees)
  2. (verouderd) met een ton afmeten (van turf)

de tonnenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ton
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be