Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toert rond
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
rondtoeren

toert (...) rond

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondtoeren
    • Jij toert rond. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondtoeren
    • Hij toert rond. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van rondtoeren
    • Toert rond! 

Gangbaarheid