• tig·gan·de
  • Bijvoeglijke gebruik van het onvoltooid deelwoord van het Zweedse werkwoord tigga met het achtervoegsel -ande
Naar frequentie 70216
stellend vergrotend overtreffend
tiggande
-
-

tiggande

  1. bedelend, schooiend
  • Geen verbuiging

tiggande

  1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord bedrijvende vorm van tigga