tidbit
- Geluid: tidbit (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈtɪdˌbɪt/
- Amerikaanse spelling van de Britse vorm titbit.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
tidbit | tidbits |
tidbit (VS)
- (kookkunst) lekkerbeetje, lekker hapje
- interessant nieuwtje
- «I just heard a juicy tidbit about your brother.»
- Ik heb net gehoord een interessant nieuwtje over uw broer.
- «I just heard a juicy tidbit about your brother.»
- [1-2]: titbit (VK)
- [1]: choise morsel, delicacy, dainty, goody
- [2]: finding
- [2]: information