Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • thuis·werk·pro·duct
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord thuiswerkproduct thuiswerkproducten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het thuiswerkproducto

  1. een technologisch product waardoor een werknemer in plaats van op kantoor thuis het werk kan doen