thuisgewerkt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- thuis·ge·werkt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van thuiswerken: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van thuis bw en gewerkt ww
Werkwoord
vervoeging van: | thuiswerken… |
verbogen vorm: | thuisgewerkte |
thuisgewerkt
- voltooid deelwoord van thuiswerken