theebussen
- Geluid: theebussen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtebʏsə(n) / (3 lettergrepen)
- thee·bus·sen
- theebus met uitgang -en
de theebussen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord theebus
- Op een plank langs de wand staan koek-, cacao- en theebussen uit grootmoeders tijd. [1]
- Het woord 'theebussen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Kamies, H."Alle planten zijn komen aanwaaien" in: De Telegraaf jrg. 99 nr. 32167 (26-06-1991); p. 31 kol. 4/5; geraadpleegd 2018-10-08