• text·ten
vervoeging van
texten

textten

  1. meervoud verleden tijd van texten
    • Wij textten. 
    • Jullie textten. 
    • Zij textten. 
  • In de uitspraak is het verschil met de tegenwoordige tijd niet hoorbaar. In de geschreven vorm mag de dubbele t niet ontbreken, omdat de betekenis daardoor verandert: het wordt dan de verleden tijd van texen of de tegenwoordige tijd van texten.