terugtellend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  terugtellend    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• te·rug·tel·lend

Werkwoord

vervoeging van:	terugtellen
verbogen vorm:	terugtellende

terugtellend

1. onvoltooid deelwoord van terugtellen

Gangbaarheid

• Het woord terugtellend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.