• te·pel·kloof·jes

de tepelkloofjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tepelkloof
     Zuigt hij alleen op de tepel, dan kunnen er tepelkloofjes ontstaan.[1]
  1.   Weblink bron
    Daphne Deckers
    “De geboorte van een moeder: Baby, dreumes, kleuter”, e-book (2015), Overamstel Uitgevers, Amsterdam, ISBN 9789044350272, hfst. 5