tepelkloofjes
- Geluid: tepelkloofjes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtepəlˌklofjəs / (4 lettergrepen)
- te·pel·kloof·jes
- tepelkloofje met uitgang -s
de tepelkloofjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tepelkloof
- ▸ Zuigt hij alleen op de tepel, dan kunnen er tepelkloofjes ontstaan.[1]
- Het woord 'tepelkloofjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Daphne Deckers“De geboorte van een moeder: Baby, dreumes, kleuter”, e-book (2015), Overamstel Uitgevers, Amsterdam, ISBN 9789044350272, hfst. 5