tempelen
- tem·pe·len
- afleiding van tempel
tempelen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tempelen |
tempelde |
getempeld |
zwak -d | volledig |
- de kerk bezoeken; een kerkdienst bijwonen
- Het woord 'tempelen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tempelen" herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be