• te·man

teman

  1. vriend


vervoeging van
temar

teman

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van temar
vervoeging van
temer

teman

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van temer
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van temer