telewerk
- te·le·werk
vervoeging van |
---|
telewerken |
telewerk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van telewerken
- Ik telewerk.
- gebiedende wijs van telewerken
- Telewerk!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van telewerken
- Telewerk je?
- Het woord telewerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "telewerk" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be