Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·le·spel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord telespel telespellen
verkleinwoord telespelletje telespelletjes

Zelfstandig naamwoord

het telespelo

  1. (spel) computerspel waarbij spelers via een telefoonlijn of internet met elkaar verbonden zijn

Gangbaarheid