tegengeluidje
- Geluid: tegengeluidje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈteɣə(n)ɣəˌlœycə / (5 lettergrepen)
- te·gen·ge·luid·je
- tegengeluid met het achtervoegsel -je
het tegengeluidje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tegengeluid
- Het woord tegengeluidje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.