takkenbezems
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: takkenbezems (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtɑkə(n)ˌbezəms / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- tak·ken·be·zems
Woordherkomst en -opbouw
- takkenbezem met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de takkenbezems mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord takkenbezem
- Ze zwaaiden woest met hun takkenbezems. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'takkenbezems' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Wiarda, D."Een hondeleven" in: Het Parool jrg. 50 nr. 13943 (4 augustus 1990) p. 34 kol. 2; geraadpleegd 2019-12-04