Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • taf·fen
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

taffen

  1. van taf vervaardigd

Zelfstandig naamwoord

de taffenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord taf

Gangbaarheid

11 % van de Nederlanders;
22 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be