• ta·fel·pi·a·no's

de tafelpiano'smv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tafelpiano
     Terug in Duitsland vestigde hij zich als houtbewerker en instrumentmaker, in welke rol hij in de jaren '30 en '40 een bescheiden aantal vleugels en tafelpiano's produceerde.[1]
  1.   Weblink bron
    Melchior de Wolff
    Wij verkopen geen zeep in: De Volkskrant  , jrg. 74 nr. 21603 (4 augustus 1995), NV De Volkskrant, 's-Hertogenbosch, p. 17 (K&C 3) 3