subelatief
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: subelatief (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sub·ela·tief
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | subelatief | subelatieven |
verkleinwoord | subelatiefje | subelatiefjes |
Zelfstandig naamwoord
subelatief
- (grammatica) een naamval die voorkomt in een taal als Lezgi en die uitdrukt wat in het Nederlands gewoonlijk met het bijwoord onderuit uitgedrukt wordt: een beweging die de onderzijde van iets anders verlaat
Gangbaarheid
- Het woord 'subelatief' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.