stoomde klaar
- stoom·de klaar
vervoeging van |
---|
klaarstomen |
stoomde klaar
- enkelvoud verleden tijd van klaarstomen
- Ik stoomde klaar.
- Jij stoomde klaar.
- Hij, zij, het stoomde klaar.
- Ik stoomde klaar.
- Het woord stoomde klaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.