stilzwijgendheid
- stil·zwij·gend·heid
- afleiding van stilzwijgend met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stilzwijgendheid | stilzwijgendheden |
verkleinwoord |
- het niet spreken; het zwijgen; het stil zijn zonder te spreken
- Het woord stilzwijgendheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ 2,0 2,1 “De leeuw van Vlaanderen” (1838), Davidsfonds/Clauwaert, ISBN 9063063334