• stijl·dans·te
vervoeging van
stijldansen

stijldanste

  1. enkelvoud verleden tijd van stijldansen
    • Ik stijldanste. 
    • Jij stijldanste. 
    • Hij, zij, het stijldanste. 
    • Ooit was ik een sociaal beest: iedere zaterdagavond ging ik op mijn manier uit, wat betekende dat ik naar de dansavond ging van de school waar ik stijldanste. [1]