• step·pen·rol·lers

de steppenrollersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord steppenroller
      Alleen zijn er een paar steppenrollers aan het werk geweest; dat zijn planten uit verschillende families, die in vruchttoestand aan den voet afsterven, bosvormig opdrogen en met den wind meerollen, waarbij zij onderweg hun vruchten verliezen.[1]
  1.   Weblink bron
    J.L. van Soest
    De plantengroei rond de Zuiderzee in:
    H. Colijn e.a.
    De Zuiderzee : een herinneringswerk (1932), Scheltema & Holkema's boekhandel en uitgevers Mij. N.V., Amsterdam, p. 190