steentrappen
- Geluid: steentrappen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstentrɑpə(n) / (3 lettergrepen)
- steen·trap·pen
- steentrap met uitgang -en
de steentrappen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord steentrap
- ▸ Vandaar weer stijgt men - en steeds weer langs ruwe uitgesleten steentrappen - naar de cappella, waar Santa Chiara de langste tijd van haar leven ziek lag en dan, nog hogerop, naar de onherbergzame zolder waar zij stierf.[1]
- Het woord 'steentrappen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Pelgrimstocht door Franciscaans Italië.” (1954), Het Spectrum, Utrecht / Antwerpen, p. 126