• steel·de
vervoeging van
stelen

steelde

  1. enkelvoud verleden tijd van stelen
    • Ik steelde. 
    • Jij steelde. 
    • Hij, zij, het steelde. 
  • Alleen bij stelen [B] met de betekenis "van stelen ontdoen". In de meer gangbare betekenis [A] "wegnemen" is de o.v.t.  stal ww .