Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stak aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aansteken

stak aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aansteken
    • Ik stak aan. 
    • Jij stak aan. 
    • Hij, zij, het stak aan. 


Gangbaarheid