stadhuistorentjes
- Geluid: stadhuistorentjes (hulp, bestand)
- IPA: / stɑtˈhœystorə(n)cəs / (5 lettergrepen)
- stad·huis·to·ren·tjes
- stadhuistorentje met uitgang -s
de stadhuistorentjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord stadhuistoren
- ▸ Een drie duim dikke staaf op een van de kleinere (bij de brand in 1929 verloren gegane) stadhuistorentjes werd kromgebogen.[1]
- Het woord 'stadhuistorentjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Anderhalve eeuw geleden: Kruitschip-explosie legde Leidse stadswijk in puin : Nationale ramp, die tot ver buiten de grenzen diep medeleven opriep. in: Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, jrg. 171 nr. 307 (12 januari 1957), M. Tyl en Zoon H. Tyl, Zwolle, p. 3 kol. 4