spreid uit
- Geluid: spreid uit (hulp, bestand)
- spreid uit
vervoeging van |
---|
uitspreiden |
spreid (...) uit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspreiden
- Ik spreid uit.
- gebiedende wijs van uitspreiden
- Spreid uit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspreiden
- Spreid je uit?
- Het woord spreid uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.