Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spook rond
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
rondspoken

spook (...) rond

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondspoken
    • Ik spook rond. 
  2. gebiedende wijs van rondspoken
    • Spook rond! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondspoken
    • Spook je rond? 

Gangbaarheid