spoliëren
- spo·li·e·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
spoliëren |
spolieerde |
gespolieerd |
zwak -d | volledig |
spoliëren [2]
- overgankelijk plunderen, een rechtmatig deel onthouden
- Het woord spoliëren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spoliëren" herkend door:
17 % | van de Nederlanders; |
24 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be