Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spoed·de voort
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voortspoeden

spoedde voort

  1. enkelvoud verleden tijd van voortspoeden
    • Ik spoedde voort. 
    • Jij spoedde voort. 
    • Hij, zij, het spoedde voort. 


Gangbaarheid