spijzigen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spij·zi·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
spijzigen |
spijzigde |
gespijzigd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
spijzigen
- overgankelijk van een maaltijd voorzien
- Zij werden er gespijzigd en gelaafd.
Gangbaarheid
- Het woord spijzigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spijzigen" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be