spelde
- Geluid: spelde (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspɛldə / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈspɛɫdə/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈspɛldə/
- spel·de
vervoeging van |
---|
spellen |
spelde
- enkelvoud verleden tijd van spellen
- Ik spelde.
- Jij spelde.
- Hij, zij, het spelde.
- Ik spelde.
vervoeging van |
---|
spelden |
spelde
- aanvoegende wijs van spelden
- Het woord spelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.