spankeren
- span·ke·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
spankeren |
spankerde |
gespankerd |
zwak -d | volledig |
spankeren [2]
- onovergankelijk (informeel) hard weglopen
- Het woord 'spankeren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.