• span·ge

spange

  1. verbogen vorm van de stellende trap van spang
     Was je 20 jaar geleden een grote loser als je met twee ringetjes in je oor en met een enorme bontkraag in je nek de straat op ging om te scoren, de laatste 10 jaar ben je dope, banish, relaxt en strak als je met je gruwelijk mooie jasje op zoek bent naar de asserix en boebelix van je spange chick.[1]
  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Bernd Timmerman
    “Maak van bontkraagjes de nieuwe plofkip” (16 januari 2014) op bnnvara.nl