• sor·teert voor
vervoeging van
voorsorteren

sorteert (...) voor

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorsorteren
    • Jij sorteert voor. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorsorteren
    • Hij sorteert voor. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorsorteren
    • Sorteert voor!